2 augustus 2022
Geplaatst door TeamEnkaEde

Rob Coster draait al heel wat jaren mee. Zoals hij zelf met een glimlach zegt: “Ik hoor bij de afdeling Dinosaurussen en dat heeft niets te maken met leeftijd.” In 2011 startte Rob als directievoerder en was daarmee verantwoordelijk voor het civieltechnisch werk. Kortom, alles wat samenhangt met het ontwerp, de bouw en realisatie van de infrastructuur. Inmiddels is Rob projectleider civiel. Samen duiken we even terug in de tijd. 

“Toen ik voor het eerst op Op Enka kwam, werd de bodem gesaneerd en was BAM bezig met de fundering van de woningen aan de Enkalaan. Ik schrok me rot toen ik zag hoe groot het gebied was. We liepen een rondje over het terrein, want het was toen nog ‘een terrein’. Monumenten én bos. Meer was er niet. Ik krabde mezelf achter de oren en dacht: hier is werk aan de winkel! Met een enorme drive zijn we van start gegaan. Op sommige momenten waren we op wel 4 plekken tegelijk bezig en croste ik met mijn fiets over het terrein.”

Kwaliteit tot uiting laten komen
Rob benadrukt dat de aannemers een belangrijke rol spelen in het geheel. “Ze hebben geholpen het plan naar een hoger niveau te tillen. De civieltechnische aannemers hadden de uitdaging om hetgeen bedacht was door landschapsarchitect Lodewijk Baljon zo uit te voeren dat de beoogde kwaliteit zichtbaar werd. Dat klinkt logisch, maar de praktijk leert dat je altijd voor een paar uitdagingen komt te staan tijdens de realisatie. Als iemand je dan na de aanleg vertelt dat het er net zo uitziet als op de plaatjes, dan voelt dat als een groot compliment.”

Pas als de stoep klaar is, is het huis bewoonbaar
Rob en de mensen die hij aanstuurde, hadden één doel: bewoners zich vanaf dag één thuis laten voelen! Volgens Rob doe je dat door een huis op te leveren in een straat die nagenoeg af is. “We leverden in Op Enka de woningen pas op als bewoners via de stoep de voortuin en het huis konden bereiken. Maar meestal was de straat ook af, compleet voorzien van bomen en lantaarnpalen. Dit hoge ambitieniveau vergt veel van iedereen. Bouwers en civieltechnische aannemers moesten alles strak op elkaar laten aansluiten. Dat ging meestal heel goed, omdat we hier echt het gevoel hadden dat we het samen deden. Iedereen was belangrijk en voelde zich daardoor betrokken!”

Het ging ook weleens mis
“Natuurlijk kan niet alles over rozen gaan, het gaat erom hoe je dit oplost. Ik kan me nog goed herinneren dat bewoners gingen trouwen. Dat wisten we natuurlijk niet en de dag daarvoor hadden we net de straat opengebroken. Paniek! Want hoe moest die trouwauto voor de deur komen? De aannemers waren inventief en hielpen mee om de woning met rijplaten toegankelijk te maken. We hebben zo’n situatie ook weleens meegemaakt op een verhuisdag. Ach, dan verplaatsen we de bank toch met een sjofel van de verhuisauto naar de voordeur. Ik kijk met plezier terug op die momenten, omdat daar de teamspirit uit blijkt.”

“Het was voor ons de kick om soms het ‘onmogelijke’ toch voor elkaar te krijgen.”

“Woensdag was Op Enka-dag. Daarvoor maakte iedereen zijn agenda vrij. Hoe bijzonder is dat in een wereld waar je vaak geleefd wordt door je drukke agenda. Ik durf trouwens best te zeggen dat de heerlijke lunches – verzorgd door Jaap van Tongeren – er zeker aan bij hebben gedragen dat iedereen er ook was”, lacht Rob.

Dan is het goed
“Ik voel trots en blijdschap als ik door de wijk loop. Vooral de manier waarop monumentale panden en nieuwbouw gecombineerd zijn, vind ik heel mooi. Op sommige plekken, waar het groen al heeft kunnen groeien, heb je echt het gevoel alsof het nooit anders is geweest. Naar mijn idee is een project geslaagd als je dat zo ervaart. Als ik de wijk straks voltooid is, kijk ik terug op een waanzinnig mooie tijd waarin we met elkaar een levendige wijk hebben gerealiseerd waar bewoners zich gelukkig voelen.”